Hans Akkerman's boule-shit

dinsdag, december 14, 2004

De kiem

Lieve mensen,
In mijn stukje “de kennismaking” heb ik jullie verteld hoe ik in contact kwam met het mooie Pétanque. U weet wel, Jaap vd Noll heeft mij destijds naar de “Gooiers” gepraat, maar toen ik van de week Kees Clijnk weer eens terugzag drong het tot me door dat mijn eerste kennismaking met het “jeu de boules” in Laren heeft plaatsgevonden, dat daar de kiem gelegd werd voor mijn huidige passie voor het spel. Het zit zo. Jaren geleden gingen wij op een mooie zomerse zondag naar Laren om poffertjes te eten op de Brink. Heerlijk op een bankje in de buitenlucht, een biertje in de hand, vriendelijke mensen om ons heen, je kan haast niet meer verlangen. Er was nogal vertier in het park en wij besloten naderhand om daar een kijkje te nemen. Op weg er naar toe, zag ik een ijzeren bal liggen en behulpzaam als ik was, pakte ik het op met de bedoeling om het naar de lieden terug te brengen die iets verder op stonden. Helemaal fout bleek later. Twee kerels maakten zich uit de groep los en kwamen naar ons toe. Geen geschreeuw, geen boze gezichten, maar juist een glimlach om de mond. “Meneer, de boule moet daar blijven liggen want als het butje weggeschoten wordt dan kan die boule nog een punt opleveren.” “Sorry hoor,” zei ik. “Helemaal niet erg, “ was het antwoord. “ U kent ons spel, het jeu de boule, waarschijnlijk nog niet.” Fijn als mensen zo met elkaar omgaan. Het waren Kees Clijnk en Frans Ram. Sportieve, hartelijke kerels en dat zijn ze nu nog. Kunnen ook aardig een boultje gooien. Toen wij wat verder in het park geraakten, viel het me op, dat ondanks de drukte, (op ieder open plekje werd immers gespeeld) er geen onvertogen woord viel. Men had respect voor elkaar, gaf elkaar de ruimte, hield rekening met elkaar,bleef rustig stil staan als er geschoten werd, echt grandioos. Het was een heerlijk, gezellig samen zijn ondanks het competitie-element dat in elk toernooi aanwezig is. Ja, ik was toen al verkocht, denk ik nu. De kiem was daar gelegd. Daar in het park op de Brink bij de club “Boulaere.” Jaren later heb ik met Antonio een toernooitje gespeeld op de Brink, in de gutsende regen. Het bleef maar regenen en als het even ophield dan zorgden de bomen wel dat het net leek of het nog steeds regende. Meep Poel was de wedstrijdleider, de regen baarde hem geen zorgen, wel het voortbestaan van zijn club “Boulaere.” Dat daar in dat rijke Laren geen sponsors gevonden kunnen worden voor het bouwen van een boulodrome is onbegrijpelijk! Dat de gemeente geen medewerking verleend is een schande! Ja, wat doe je eraan? Sterkte Boulaerders, sterkte Meep!

H.A.v/h K.v.A.