Hans Akkerman's boule-shit

dinsdag, maart 08, 2005

Triplette

Aart Kessel, oude rot, je hebt me veel geleerd over het jeu de boules, je hebt me interessante verhalen verteld uit je rijk petanque-verleden, maar het stukje dat je geschreven hebt over de spelsoort triplette in ons rode boekje van januari , daar kan ik niet anders dan vraagtekens bij zetten. Hier tref je de boule beslist niet! Luister, je bent een wedstrijdspeler en je bepaalt zelf of je triplette gaat spelen of niet en met wie je gaat spelen. Eigen keuze dus. Verder is jouw team, al voordat de competitie een aanvang neemt, geformeerd. De taakverdeling is vastgelegd, hij pointeur, hij tirreur, hij milieu, want jullie kennen elkaar. Je preek is dus niet bestemd voor de wedstrijdspelers, maar voor de recreatievellingen, die in de toernooitjes die ze spelen geen eigen keuze hebben en daardoor kunnen reageren op een manier die jij onbegrijpelijk vindt.

triplette

Toen ik dat stukje van je las dacht ik hij zal wel gelijk hebben, maar ik voelde ik me toch aangesproken, want ik speel veel en veel liever doublette dan triplette en dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Maar let wel, dit geldt alleen voor de wekelijkse toernooitjes van “De Gooiers”, inclusief het piekentoernooi. Als de lijst opgehangen is, of het lootje is getrokken, dan hoor je van verschillende kanten: ”Shit, alweer een triplette,” of woorden van die strekking. Je moet dan een team vormen met twee personen, waar je zo nu en dan mee gespeeld hebt, in een ver verleden soms en dat valt niet mee, want ieder speler of speelster heeft zo zijn eigen gebruiksaanwijzing (ik natuurlijk ook). Doublet is dan wat eenvoudiger, je speelt met één teammate, het is wat beter te overzien, meer controleerbaar en met drie boules heeft je teammate meer kans om een fout die je maakt, te herstellen (of net andersom). Ik speel daarom liever doublet, begrijpelijk Aart? En over straf gesproken, het is werkelijk een straf als je tegen een sterk drietal speelt en je twee maatjes, die je zelf niet gekozen hebt, uit vorm zijn. Je staat iedere keer met twee boules in je handen naar die grijnzende koppen van je tegenspelers te kijken, die niet alleen op punt liggen, maar ook nog vijf boules in hun handen hebben.
Aart, sans rancune hè ! De mazzel ! H.A. v/h K.v.A.