Hans Akkerman's boule-shit

dinsdag, juli 06, 2010

DECANTEERFLES

Toen ik nog de afvoer van flessen en papier verzorgde voor ons cluppie, tegenwoordig doet Koos Hogenbirk het, vond ik bij de glasbakken twee lantaarns, ze waren echt puntgaaf, alleen heel erg smerig. Ik heb ze mee naar huis genomen en na een grondige schoonmaak door mijn vrouwtje, staan ze nu te pronken in ons halletje. Een poosje terug deed ik bij een andere glasbak, geloof het of niet, warempel weer een vondst. Twee mooie glazen vazen. Eentje was jammer genoeg iets beschadigd. Degene die ze wilde weggooien had de pech en ik het geluk, dat de vazen niet door de opening van de glasbak gingen en dus werden ze naast de glasbak gezet. De beschadigde vaas heb ik laten staan en met de andere op huis toe, “Bep, ik heb een mooie bloemenvaas gevonden,” viel ik met de deur in huis. Bep keek blij verrast maar zei toen, ietwat teleurgesteld “ Hans, het is geen bloemenvaas, maar een decanteerfles,” Om mijn teleurstelling iets te verzachten, voegde ze er aan toe: “Maar je kan er ook bloemen in doen hoor. Zal best leuk staan.” Had ik het hier maar bij gelaten, maar nee hoor, mijn honger naar geld kwam bovendrijven. Al jaren hoopte ik op een gelukje, zodat ik de vrijwilligers van ons cluppie, waar ik zo'n waardering voor heb, op een kopje koffie met gebak of afhankelijk van het gelukje misschien wel op een etentje kon trakteren. Zou dat ding antiek kunnen zijn, dacht ik, het is zo'n apart gevormde kan, je weet maar nooit, dus ik naar het AVRO programma “Kunst en Kitsch,” jullie kennen het wel. Na een tijdje gewacht te hebben kwam ik eindelijk aan de beurt. De meneer, die me ontving keek wat oppervlakkig en geringschattend naar het ding en al vlug zei hij: “Kitsch, niks waard! Ik dus met een rood hoofd en zwaar teleurgesteld, af door de zijdeur, maar opeens hoorde ik roepen: “Meneer kunt U nog even terugkomen!” Ik stond weer voor de man, die mij in eerste instantie wegstuurde. “Staat er een merkteken op de fles ?” vroeg hij. Ik liet hem de fles zien, hij verbleekte ietwat, en zei:”Sorry meneer, duizendmaal excuses, ik heb U net foutief geïnformeerd, ik heb het merkteken over het hoofd gezien. Die fles stamt uit het begin van de vorige eeuw en is minstens 2000 Euro waard, voor dat bedrag moet U het in ieder geval verzekeren.” Ik sloeg mijn handen ten hemel van vreugde en blijdschap, maar, oh wat afschuwelijk, had ik het maar niet gedaan, de fles glipte uit mijn hand. Het onding kwam nog net niet op het hoofd van de expert terecht, het miste hem op een haar en brak op de marmeren vloer in duizend stukken, ja, zeg maar gerust 2000 stukken. Terneergeslagen huiswaarts. Gelukkig ving Beppie mij goed op. Ze zei:” Gewoon pech gehad. Vergeet die rot fles nou maar, je bent zo wie zo een geluksvogel. Denk aan je plezier bij het boulen, denk aan je vrienden bij “De Gooiers”, haast familie van je. Denk aan je biljart vrienden en je kinderen.” Ze heeft helemaal gelijk. Dit verhaaltje verbergt geen moraal hoor, het dient slechts ter vermaeck (leedvermaeck) ende leeringhe: …...“Kijk goed rond als je in de buurt van een glasbak komt! Je weet maar nooit wat je tegenkomt.”