Hans Akkerman's boule-shit

woensdag, januari 02, 2008

COMMUNICATIE

Praat toch met elkaar, praat het toch uit! Ja, makkelijk gezegd. Zelfs op het bouleveld kunnen kleine conflicten vaak niet op die manier opgelost worden. Toch is het communiceren zo belangrijk in onze hedendaagse wereld. Niet alleen het praten, maar vooral ook het luisteren. Dat hoef ik jullie natuurlijk niet te vertellen. Dat weet iedereen. Een goede communicatie tussen aanhangers van diverse Godsdiensten of tussen regeringen die elkaar vijandig gezind zijn, kan een hoop ellende voorkomen. Er zijn uiteraard veel meer voorbeelden op te noemen; wat te denken van communicatie in huis en haard. Een eerste vereiste zou ik zeggen, gelet op de vaak chaotische en voor senioren moeilijk te bevatten, absurde toestanden, in de huidige multiculturele gemeenschap. Je kan alleen maar met het hoofd schudden. Maar daar wilde ik het niet over hebben hoor. Dat weten anderen veel beter dan ik. Ik wilde praten over de communicatie in enkele sporten in vergelijk met ons “Jeu de boule.” Tijdens het voetballen moet je geregeld met elkaar communiceren, om als team goed te functioneren. Je moet elkaar coachen. Je roept: “vrij!, of achter je, of naar rechts!” Doe je het niet, dan krijg je op je donder van trainer en medespelers. Met hockey, van het zelfde laken een pak. In het baseball wordt haast uitsluitend gecommuniceerd met handgebaren. Twee vingers op de pols betekent zus, een hand bij het rechteroorlelletje betekent zo. Bij het “ Jeu de boules is praten, overleggen, ook gebruikelijk. Het spel begint: “Waar gaan we spelen, wie schiet, wie gooit het butje uit, op welke afstand gaan we spelen, wat is de zwakte/sterkte van de tegenstander?” Het eigenaardige is, dat deze korte, haast samenzweerderige gesprekken, het boulen zo heerlijk intiem maken. Tijdens iedere mêne vaak overleg over de ontstane situatie. “Wat doen we, plaatsen of schieten? Een boule voor het butje of twee meter er achter? “Enz. enz. Werkelijk gewoon gezellig overleggen. Je hebt natuurlijk spelers, die elkaar zo goed verstaan dat een enkele beweging met hand of hoofd voldoende is om aan te geven hoe het spel vervolgd moet worden. Een blik met de ogen en in een ogenblik is de beslissing genomen. Dat zou niks voor Theo Bottenheft geweest zijn. Deze oude vriend van mij moest soms door loting spelen met Jordy, een bescheiden jongen van 13-15 jaar en voor of na de partij kwam Theo steevast naar mij toe. “Hans, hij speelt goed, maar ik kan niet met hem praten, hij overlegt niet, er is geen contact. Hij vindt alles goed. Hopeloos man! Zeer ongezellig! ! Voor degenen, die Theo niet gekend hebben, het was een fijne sportieve kerel, oud-speler van de FC Hilversum. Hij werkte bij Philips NSF, afdeling communicatie, werd uitgezonden naar diverse landen, o.a. Argentinië. (en Greet mocht altijd mee) Hij boulde omdat hij het zo gezellig vond, winnen was leuk maar onbelangrijk. “Doe ze de groeten daarboven, Theo! Je ziet ons wel verschijnen te zijner tijd.”
HAVHKVA